Almanak uit Noord-Frankrijk, gedateerd op 1425.
19 perkamenten bladen, open gevouwen 145 x 110 mm, gevouwen 75 x 55 mm. Leiden, UB, ms. VUL 100 C
Het laat-middeleeuwse buidelboek is een aantal mensen al bekend. Dit boek ontleent zijn naam aan de wijze van dragen: het boek werd als een buidel aan de riem van de eigenaar gehangen. Maar dit is niet het enige boek dat in de middeleeuwen aan de riem werd meegedragen. Er bestaat een veel kleiner, soms zelfs onooglijk, boekje dat gemaakt was om meegenomen te worden door het aan de riem te hangen. Het meest kenmerkende van dit boekje zijn de bladzijden: elk blad is een aantal keer gevouwen waardoor het totale bladoppervlak veel groter is dan het boekje.
What’s in a name
In de Engelstalige literatuur heet dit boekje een ‘folding
almanac’ of ‘folding calendar’. In het Duits een ‘Faltbuch’ en
de Fransen noemen het ‘livres plicatif’. In het Nederlands is de
term 'vouwboekje' of 'vademecum' wellicht het handigste om te
hanteren.
Enkele feitjes
Tot op heden heb ik 42 vademecums opgespoord. Ze variëren op
allerlei punten.
Het kleinste exemplaar meet opgevouwen 5,5 x 3 cm, uitgevouwen
is een blad 11 x 8,3 cm. Het grootste is opgevouwen 18 x 8 cm en
uitgevouwen 34 x 23 cm. Van degenen waarvan ik de afmetingen
ken, zijn er 15 boekjes 3x gevouwen, 13 boekjes 4x gevouwen en
is er één maar 2x gevouwen.
De meeste boekjes hebben tussen de 5 en 12 bladen. De 3 dikste
boekjes hebben 27, 36 en 104 bladen.
Van de boekjes waar de herkomst van bekend is, komen er 23 uit
Engeland, 2 uit Frankrijk, 2 uit Italië en 1 uit Duitsland.
De jaartallen lopen uiteen van 1290 tot 1508. Maar het
leeuwendeel komt uit de 15e eeuw, met name rond 1410 en rond
1460.
Om een goed inzicht te krijgen in het type boekje en de diversiteit, zal ik nu 3 boekjes wat nader bekijken.
Het mooie vademecum
Dit zeer smalle vademecum telt 27 bladen, met daarin een
kalender. In deze kalender staat bij twee dagen per maand de
letter D, hiermee één van de Dies Aegyptiaci – Egyptische dagen
– aanduidend. Een ongeluksdag waarop men niet moest verhuizen,
trouwen of het haar moest laten knippen. Het boekje wordt
gedateerd op 1290-1300 en gesitueerd in Parijs. Dit vademecum is
het enige dat ik ken dat maar 2x gevouwen wordt, alleen
verticaal, en dan een afmeting heeft van 16,5 x 3 cm. Elk blad
heeft aan de onderkant, in het midden, een uitstekende ‘tab’
waarmee de bladen en de omslag aan elkaar zijn genaaid. De
perkamenten bladen zijn geheel beschreven aan de binnenzijde, en
op eenderde van de buitenzijde. De omslag is van textiel en
lijkt een geweven band te zijn. Het gehele boekje heeft nog zijn
bijpassende leren foedraaltje. Huidige locatie: New Haven, Yale
University, Beinecke Library, MS 923. Afbeeldingen © Beinecke
Rare Book and Manuscript Library, Yale University
De kleinste
Het kleinste vademecum dat mij bekend is, is geschreven op
perkament. Het is hoogstwaarschijnlijk gemaakt in Ferrara
(Italië), tussen 1450 en 1458. Het telde ooit 12 bladen, één
voor elke maand. Tegenwoordig mist het de maanden februari,
oktober, november en december.
De achterkant van elk blad is leeg, op de naam van de maand na.
Wanneer de bladen opgevouwen zijn, is alleen deze naam nog
leesbaar. Het kalenderblad zelf is naar binnen weggevouwen.
Geopend meet een blad 110 × 83 mm.; gevouwen 55 × 30 mm. Een
blad wordt als volgt gevouwen: de 2 buitenste éénderden van elk
blad vouwen verticaal naar binnen over het middelste eenderde;
het hele blad wordt vervolgens horizontaal gevouwen.
Elk blad heeft in het midden van de onderzijde een uitstekende
‘tab’. Voor en achter heeft het boekje een leren flapje dat de
grootte heeft van een opgevouwen blad inclusief ‘tab’. Al deze
‘tabs’ worden bijeengehouden door een messing clip waarvan de
afmetingen 50 × 32 mm zijn. Dit boekje glijdt vervolgens van
onderaf in een rechthoekig, messing foedraaltje dat versmalt
naar een gat aan de bovenkant, net groot genoeg voor de messing
clip, zodat het foedraaltje rust op de ‘schouders’ van de
perkament bladeren. De clip heeft een oogje aan de bovenkant
waardoor het middels een koord aan de riem gehangen kan worden.
Huidige locatie: San Marino, Huntington Library, HM 47641
De onooglijke
Niet elk vademecum heeft een buitenkant waar aandacht naar
uit is gegaan. Er zijn er zelfs die geen omslagje hebben, maar
dit vademecum uit 1463 heeft twee stijve, perkamenten flapjes
als band. Door de eeuwen heen zijn ze door talloze nieuwsgierige
handen gegaan en daardoor smoezelig en bijna onooglijk geworden.
Maar tussen deze flapjes bevindt zich een medische almanak,
geschreven op 7 bladen perkament.
Uitgevouwen is elk blad 27,3×17,5 cm groot. Elk blad vouwt eerst
horizontaal door de helft en vervolgens drie keer verticaal om
tot een oblongformaat te komen van 13,7×4,7 cm. De bladen zijn
aan beide kanten beschreven met medische teksten, tabellen,
menselijke figuren en diagrammen. De binnenkant van elk vel is
geheel beschreven, de buitenkant van elk vel alleen de helft dat
naar binnen wordt gevouwen. Als het blad geheel gevouwen is, is
alleen een titel zichtbaar dat de inhoud van dat blad weergeeft.
Elk blad heeft ook hier aan de onderzijde een ‘tab’ waarmee de
bladen en de omslag aan elkaar verbonden zijn. Tevens hangt er
aan deze ‘tab’ nog een restant van een koord, hetgeen erop duidt
dat deze aan de riem werd meegedragen. Het boekje hing dan op
zijn kop, waardoor de arts, als hij het boekje optilde, direct
zijn informatie kon opzoeken zonder het boekje van zijn riem te
moeten halen. Huidige locatie: Londen, Wellcome Library, MS 40
19 perkamenten bladen, open gevouwen 145 x 110 mm, gevouwen 75 x 55 mm. Leiden, UB, ms. VUL 100 C
De omslag en de opening voor een koord zijn gemaakt van aluin gelooid leer, waarbij de rand is afgewerkt met borduursel. Oxford, Bodleian ms ashmole 6.
New Haven, Yale University, Beinecke Library, MS 923